Op onze erfgrens staan momenteel krulwilgen (Salix babylonica ‘Tortuosa’) en enkele boswilgen(Salix caprea) . De krulwilgen zijn ooit onze eerste paastakken geweest toen we hier 17 jaar geleden kwamen wonen. Ondertussen zijn deze uitgegroeid tot krasse knarren van meer dan 10 meter.
De boswilgen doen het minder goed daar ik deze heb proberen om te vormen naar knotvormen . Daar is deze wilg echter niet zo voor geschikt, wat je duidelijk hieronder kan zien. In de achtergrond onze paastak, die zal ook nog grondig gesnoeid worden omdat de nieuwe serre onder zijn takken komt te staan…
Dus tijd om aan vervanging te denken en deze keer kozen we voor ‘echte’ knotwilgen . Deze zijn gemakkelijker te onderhouden dan de hoge krulwilgen en ze kunnen op termijn huisvesting verschaffen voor heel wat dieren.
Van een collega kreeg ik enkel mooie rechte knotwilgtakken en dus kon ik aan de slag.
De eerste stap is het ‘boren’ van een gat met de grondboor, ongeveer een meter diep. Daarbij kreeg ik hulp van onze 3 eierfabriekjes. De wilgen staan immers op hun terrein . En als er iets te pikken valt zijn ze er als de kippen bij :-).
Alvorens de tak aan de aarde toe te vertrouwen maak je best wat inkepingen in het onderste deel van de tak, om de wortelvorming te bevorderen.
De tak wordt dan in het gat gestoken en vervolgens wordt dit opgevuld met losse grond die goed wordt aangeduwd . Eventueel kan je ook nog een steunpaal voorzien om de nieuwe worteltjes beter te beschermen.
De nieuwe aanplant nog rijkelijk voorzien van water en dan is het wachten tot de tak zich ontwikkelt tot een boom .
Tijdens de aanplant kreeg ik ook nog gezelschap van de glanskop die hier nu al een 2-tal jaar op bezoek is.