Een mooie en vooral droge lente is niet voor alle planten (en vooral bomen ) een zegen. Voor het 2de jaar op rij worden onze krulwilgen kaalgevreten door de larven van het twintigstippelig wilgenhaantje , ook wel gekend onder zijn artiestennaam Chrysomela vigintipunctata.
Ik heb ze niet geteld maar ze moeten met honderden zijn, gezien het feit dat ik de larven (of nimfen) overal terugvind, op het terras, aan het dak van het kippenhok, in m’n terugtrekkende haardos, en op minder aangename plaatsen…
Zoals altijd kan je klikken op de foto’s voor meer detail van de kleine veelvraten.
.
Hierboven en hieronder (op het dak van het kippenhok) de verpoppende kevers.

Eens ze dit stadium met verve hebben beëindigd is dit het resultaat :
Niet zo spectaculair als zijn broer het leliehaantje, waar je op Twaait kan over lezen, maar minstens even vraatzuchtig. Een andere (blauwgroene) broer houdt hier ook regelmatig halt : het munthaantje .
Een ander insect waar ik de laatste weken tegen vecht zijn de bloedmijten (ook gekend als bloedluis) waar onze kippen door geplaagd worden. Ik besloot dan maar om de volgende middelen uit de kast te halen :
– Alle kieren (en door het gebruik van planchetten zijn dat er nogal wat) werden uitgebrand met een verfstripper, dat knettert dat het een lieve lust is.
– Hok volledig schoongespoten en gedesinfecteerd met bleekwater (ofte javel)
– Kieren en planken ingesmeerd met (gebruikte) frituurolie, hier blijven de mijten in kleven.
En last but not least heb ik ook de zitstok aangepast naar een licht gewijzigde versie van dit eigenwijze model . Ik heb de draadeinden lang genoeg gelaten zodanig dat de kippen niet meer tegen de wand aan kunnen zitten.
Ik denk er ook aan om het hok wit te kalken, dat zou naar het schijnt ook helpen.
Hopelijk krijgen we die beestjes onder controle.

Maar gelukkig zijn er ook nog gewenste nieuwe bewoners : net zoals bij Muggenbeet hebben de boomhommels hun intrek genomen in een van onze nestkasten, en ook in onze spouwmuur.

Ook in de andere nestkasten viel er wat te beleven , daarover later meer.